Word supporter

Het ervaringsverhaal van Petra en Jolanda

Eén op de drie Nederlanders werkt met een chronische aandoening. Toch spreken werkgever en werknemer hier nauwelijks over op de werkvloer. Een gemiste kans, want samen bespreken wat het beste werkt, versterkt de samenwerking. Petra (60), docent op het MBO, en haar leidinggevende Jolanda (59) bleven wél in gesprek toen zij een chronische aandoening kreeg.

Bekijk hiernaast de video. Of lees hieronder hun verhaal.

Petra: ‘Van diabetes bestaat nog een vrij ouderwets beeld. Collega’s vroegen mij bijvoorbeeld of ze met een traktatie nog ergens rekening mee moesten houden. Goed bedoeld natuurlijk, maar niet nodig. Er is veel veranderd sinds ik op mijn tiende de diagnose diabetes kreeg. Toen ik 12 jaar geleden solliciteerde bij dit MBO voor gezondheidszorg heb ik het ook niet direct verteld. Niet om het expres te verzwijgen, maar ik vergat het gewoon. Het is zo’n natuurlijk onderdeel van mijn leven.’

Jolanda: ‘Petra is ook heel open over haar diabetes naar collega’s en studenten. ‘Oh, ik heb een hypo’, zegt ze als dit haar overkomt, ‘kan iemand de presentatie even overnemen?’. Ik vind het knap hoe ze daarmee omgaat.’

Petra: ‘Ik weiger die chronische aandoening mijn leven te laten beheersen. Het is voor onze studenten die opgeleid worden tot tandarts- en doktersassistenten ook alleen maar leerzaam, dus dat scheelt wel. Veel lastiger vond ik het toen ik vijf jaar geleden ook long covid kreeg. Dat heeft meer impact. Aan het einde van de middag is mijn concentratie echt op. Gesprekken kan ik dan nog maar moeilijk volgen.’

Jolanda: ‘In het begin werd long covid nog niet erkend, maar we merkten dat ze het fysiek echt zwaar had. Wij hebben ons wel afgevraagd of ze zich tot het einde van de dag zou kunnen concentreren.’

“Ik probeer Petra geregeld te vragen hoe het gaat. Maar ik hoop vooral dat Petra de ruimte voelt om altijd aan te kloppen als er iets is. Dat vertrouwen probeer ik als werkgever te creëren.” – Jolanda

Petra: ‘Ik vind het soms lastig dat je deze aandoening niet ziet. Waarschijnlijk denken collega’s weleens: er is niks met je aan de hand, waarom ga je nu weer vroeg naar huis? Ik ben bang dat ze denken dat ik misbruik maak van de situatie.’

Jolanda: ‘Omdat ik Petra goed ken, heb ik altijd geweten dat ze niks verzint. Aannames blijken vaak niet te kloppen, daarom is het zo belangrijk om met elkaar in gesprek te gaan.’

Petra: ‘Meestal voel ik me goed. Maar soms is mijn concentratie inderdaad weg. Je moet dit wel eerlijk bespreken omdat je alleen dan samen kunt zoeken naar oplossingen en mogelijkheden.’

Jolanda: ‘De grootste aanpassing die wij moeten doen als werkgever, is het aanpassen van werktijden. Andere collega’s kunnen tot half zes worden ingepland, maar dat redt Petra niet meer. Ik heb niet het idee dat collega’s dit vervelend vinden.’

Petra: ‘Het helpt dat ik er heel open over ben naar iedereen. Voor mij is het heel fijn dat er vanuit de werkgever wordt meegedacht. Dat er veel openheid heerst. Jolanda vraagt nog steeds bij functioneringsgesprekken of ik het red en wat ik nodig heb.’

Jolanda: ‘We lopen elkaar vaak voorbij in de gangen van de school en geregeld probeer ik te vragen hoe het gaat. Maar ik hoop vooral dat Petra de ruimte voelt om altijd aan te kloppen als er iets is. Dat vertrouwen probeer ik als werkgever te creëren.’

Meer ervaringsverhalen