Petra: ‘Ik vind het soms lastig dat je deze aandoening niet ziet. Waarschijnlijk denken collega’s weleens: er is niks met je aan de hand, waarom ga je nu weer vroeg naar huis? Ik ben bang dat ze denken dat ik misbruik maak van de situatie.’
Jolanda: ‘Omdat ik Petra goed ken, heb ik altijd geweten dat ze niks verzint. Aannames blijken vaak niet te kloppen, daarom is het zo belangrijk om met elkaar in gesprek te gaan.’
Petra: ‘Meestal voel ik me goed. Maar soms is mijn concentratie inderdaad weg. Je moet dit wel eerlijk bespreken omdat je alleen dan samen kunt zoeken naar oplossingen en mogelijkheden.’
Jolanda: ‘De grootste aanpassing die wij moeten doen als werkgever, is het aanpassen van werktijden. Andere collega’s kunnen tot half zes worden ingepland, maar dat redt Petra niet meer. Ik heb niet het idee dat collega’s dit vervelend vinden.’
Petra: ‘Het helpt dat ik er heel open over ben naar iedereen. Voor mij is het heel fijn dat er vanuit de werkgever wordt meegedacht. Dat er veel openheid heerst. Jolanda vraagt nog steeds bij functioneringsgesprekken of ik het red en wat ik nodig heb.’
Jolanda: ‘We lopen elkaar vaak voorbij in de gangen van de school en geregeld probeer ik te vragen hoe het gaat. Maar ik hoop vooral dat Petra de ruimte voelt om altijd aan te kloppen als er iets is. Dat vertrouwen probeer ik als werkgever te creëren.’