Word supporter

Het ervaringsverhaal van Anouck en Ray

Eén op de drie Nederlanders werkt met een chronische aandoening. Toch spreken werkgever en werknemer hier nauwelijks over op de werkvloer. Een gemiste kans, want samen bespreken wat het beste werkt, versterkt de samenwerking. Badkamerontwerper Anouck (38) en haar leidinggevende Ray (36) bleven wél in gesprek toen zij een chronische aandoening kreeg.

Bekijk hiernaast de video. Of lees hieronder hun verhaal.

Anouck: ‘Ik zou absoluut niet zonder werk kunnen. En het liefst blijf ik bij dit bedrijf, waar ik al sinds mijn 20e werk. Dat is met een chronische aandoening weleens spannend. In 2012 kreeg ik voor het eerst last van chronische pijn in mijn spieren. Daar moest ik toen wel over vertellen op werk, ik was in die tijd zó moe. ’s Avonds kon ik niet eens meer een kop thee op te tillen. Toch weigerde ik mijn leven aan te passen. Ik wilde vooral ‘normaal’ blijven werken, ik was bang dat ze me anders niet meer serieus zouden nemen. Toen dat ‘normaal’ werken echt niet meer ging, bleek hoe welwillend het bedrijf was om met mij mee te denken. Dat was zo’n opluchting! Ik ging minder werken, maar voelde me nog steeds niet top.’

Ray: ‘Ik kwam hier zo’n vijf jaar geleden werken, niet direct als vestigingsmanager, eerst nog als een collega van Anouck. Ik had meteen door dat het niet helemaal goed ging met haar. Ze was vaak ziek en reageerde wazig. Ik liet haar een keertje schrikken, als grapje, ze maakte van schrik een snelle beweging en moest vervolgens de hele dag platliggen.’

Anouck: ‘Dat was vlak voordat ik helemaal uitviel, in 2020. Mijn hele linkerkant was uitgevallen. Dat was een hele spannende tijd. Als je vervolgens een diagnose krijgt, is het niet prima. Want dan is het echt, en als het echt is, is het eng.’

Ray: ‘Heel eerlijk? Ik dacht toen: hierna is het nexit. Die komt niet meer terug.’

“Omdat Anouck zo goed is in wat ze doet, geef ik haar soms een taak te veel. Dat geeft zij dan aan en dan draaien we het daarna weer terug. Als het een tijdje minder gaat, betekent dat niet meteen einde verhaal. Het is geven en nemen. Ik zie dat zij met plezier naar werk komt. En even belangrijk: wij raken haar niet kwijt.” – Ray

Anouck: ‘Dat dacht ik zelf eigenlijk ook. Vooral omdat ik met links schrijf en ontwerp. Hoe moest ik ooit nog mijn oude functie uitvoeren als ik niets meer met links kon? Het was mijn grootste nachtmerrie om mijn werk te verliezen. Maar na mijn revalidatieproces zei mijn vorige leidinggevende: als je je eigen werk niet meer kunt doen, gaan we gewoon kijken wat je nog wel kan. Och, wat luchtte dat op! En het creëerde ook een diepe basis van vertrouwen die er nog steeds is.’

Ray: ‘Dat het bedrijf zo flexibel is geweest, komt ook door Anouck haar instelling. Ze is ambitieus, klaagt nooit en heeft al 15 jaar ervaring; dat wil je als bedrijf niet missen.’

Anouck: ‘Toen Ray leidinggevende werd, was ik bang dat hij zou denken: daar heb ik niks meer aan. Maar ook nu weer bleek mijn aanname ongegrond.’

Ray: ‘Ik heb haar juist direct tweede man gemaakt want ik kan op haar bouwen. Zij mag als enige te laat komen en hoeft niet te sjouwen met tegels. Elke week praten we: hoe gaat het met je?’

Anouck: ‘Natuurlijk is mijn werk soms wel uitdagend, dat heeft te maken met de pijn en de vermoeidheid die ik voel op een dag. Gelukkig heb ik een eigen ruimte met een ligstoel waar ik even twintig minuten kan gaan liggen als het niet meer gaat. Daarnaast krijg ik soms toch te veel werk op mijn bordje. Dat komt ook omdat je mijn aandoening niet ziet.’

Ray: ‘Omdat Anouck zo goed is in wat ze doet, geef ik haar inderdaad soms een taak te veel. Dat geeft zij dan aan en dan draaien we het daarna weer terug. Als het een tijdje minder gaat, betekent dat niet meteen einde verhaal. Het is geven en nemen. Ik zie dat zij met plezier naar werk komt. En even belangrijk: wij raken haar niet kwijt.’

Meer ervaringsverhalen