Anouck: ‘Dat dacht ik zelf eigenlijk ook. Vooral omdat ik met links schrijf en ontwerp. Hoe moest ik ooit nog mijn oude functie uitvoeren als ik niets meer met links kon? Het was mijn grootste nachtmerrie om mijn werk te verliezen. Maar na mijn revalidatieproces zei mijn vorige leidinggevende: als je je eigen werk niet meer kunt doen, gaan we gewoon kijken wat je nog wel kan. Och, wat luchtte dat op! En het creëerde ook een diepe basis van vertrouwen die er nog steeds is.’
Ray: ‘Dat het bedrijf zo flexibel is geweest, komt ook door Anouck haar instelling. Ze is ambitieus, klaagt nooit en heeft al 15 jaar ervaring; dat wil je als bedrijf niet missen.’
Anouck: ‘Toen Ray leidinggevende werd, was ik bang dat hij zou denken: daar heb ik niks meer aan. Maar ook nu weer bleek mijn aanname ongegrond.’
Ray: ‘Ik heb haar juist direct tweede man gemaakt want ik kan op haar bouwen. Zij mag als enige te laat komen en hoeft niet te sjouwen met tegels. Elke week praten we: hoe gaat het met je?’
Anouck: ‘Natuurlijk is mijn werk soms wel uitdagend, dat heeft te maken met de pijn en de vermoeidheid die ik voel op een dag. Gelukkig heb ik een eigen ruimte met een ligstoel waar ik even twintig minuten kan gaan liggen als het niet meer gaat. Daarnaast krijg ik soms toch te veel werk op mijn bordje. Dat komt ook omdat je mijn aandoening niet ziet.’
Ray: ‘Omdat Anouck zo goed is in wat ze doet, geef ik haar inderdaad soms een taak te veel. Dat geeft zij dan aan en dan draaien we het daarna weer terug. Als het een tijdje minder gaat, betekent dat niet meteen einde verhaal. Het is geven en nemen. Ik zie dat zij met plezier naar werk komt. En even belangrijk: wij raken haar niet kwijt.’