Word supporter

Het ervaringsverhaal van Barry en Marieke

Eén op de drie Nederlanders werkt met een chronische aandoening. Toch spreken werkgever en werknemer hier nauwelijks over op de werkvloer. Een gemiste kans, want samen bespreken wat het beste werkt, versterkt de samenwerking. Barry (47), ontwikkelmanager in de bouw, en zijn leidinggevende Marieke (40) bleven wél in gesprek toen hij een chronische aandoening kreeg.

Bekijk hiernaast de video. Of lees hieronder hun verhaal.

Barry: ‘Ik sta heel actief in het leven en werk is daar altijd een belangrijk onderdeel van geweest. Het was dan ook een grote klap toen ik in 2018 een dwarslaesie opliep. Ze dachten eigenlijk dat ik nooit meer zou kunnen lopen.’

Marieke: ‘Barry appte mij op weg van het ene ziekenhuis naar het andere. We waren allemaal erg geschrokken. Ga eerst maar revalideren, zei ik, daarna zien we wel verder. Ik ben nog langs geweest omdat hij bestanden had opgeslagen op zijn eigen computer, dus daar konden wij niet bij. Daar hebben we samen nog om gelachen.’

Barry: ‘Na twee maanden revalideren begon ik langzaam weer met werken, van 10 naar 20, 30 en uiteindelijk 60 procent. Dat was een zoektocht, maar wel te doen. Het werd pas vervelend toen halverwege dat jaar mijn contract verlengd moest worden. Ik maakte me daar eigenlijk geen zorgen over, het voorstel dat ik kreeg vanuit de directie om thuis te blijven kwam uit de lucht vallen. Ze hadden niet met mij overlegd over wat ik wilde.’

Marieke: ‘Wij hadden de aanname dat hij misschien wel liever vanuit huis wilde werken dan vanuit kantoor. En in mijn directieteam vroegen ze zich natuurlijk af wat we ons op de hals zouden halen door Barry een vast contract te geven. Ik kende hem persoonlijk, dat maakte het anders. Maar toch moet je ook het zakelijke belang mee laten tellen.’

Barry: ‘Ik ben boos geworden en ging niet akkoord met het voorstel. Ik had geen poot om op te staan, maar daarna is het echte gesprek eigenlijk pas begonnen. Marieke vroeg aan mij wat ík dan wilde.’

“In mijn directieteam vroegen ze zich natuurlijk af wat we ons op de hals zouden halen door Barry een vast contract te geven. Ik kende hem persoonlijk, dat maakte het anders. Maar toch moet je ook het zakelijke belang mee laten tellen.” – Marieke

Marieke: ‘De aanname dat hij liever thuis wilde werken, bleek niet waar te zijn. Ik denk dat zijn opstelling geholpen heeft bij het bestuur. Barry was boos en gekwetst maar snapte de zakelijke kant ook. We hebben veel gediscussieerd over de risico’s. Uiteindelijk ging iedereen akkoord met een vast contract van 70 procent.’

Barry: ‘De vrees vanuit het bedrijf was wel dat ik in de toekomst veel vaker zou uitvallen. Daardoor werd dat een tijd ook mijn angst.’

Marieke: ‘Gelukkig bleek het tegenovergestelde waar.’

Barry: ‘Ik kan vrijwel alles weer, al kost bewegen veel energie. En ik heb opstartproblemen. Als ik te vroeg opsta heb ik daar dagen last van.’

Marieke: ‘Iedereen weet: Barry kan niet bij een vergadering om acht uur ’s ochtends zijn. Wat soms lastig is want in de bouw beginnen we vroeg.’

Barry: ‘Het is vooral gek voor nieuwe mensen die mijn geschiedenis niet kennen, je ziet bijna niks aan me. Toch houdt het hele bedrijf rekening met mij. Ik kreeg meteen een automaat en een speciale parkeerplek. En tijdens werkuitjes denken ze echt aan mij; ik krijg dan bijvoorbeeld een elektrische fiets in plaats van een gewone.’

Marieke: ‘Het is belangrijk om open en eerlijk tegen elkaar te zijn. Alleen dan kom je er samen uit.’

Barry: ‘Je moet echt sámen om de tafel gaan zitten, zodat je geen dingen voor elkaar invult.’

Meer ervaringsverhalen